Enkele reflecties
over de toekomst van onze verschillende parochies…
In alle 5 kerkelijke gemeenschappen die ik sinds een jaar als priester, dankzij en met heel wat hulp, eindverantwoordelijkheid mag dragen, wordt gezocht naar een profiel dat beter aansluit bij de recente maatschappelijke ontwikkelingen en tegelijk de actieve leden helpt om met nieuwe ogen naar de wereld en het leven te kijken.
Maar de situatie waar onze katholieke parochies voor staan is complex. Er is sprake van een zekere vermoeidheid en men ziet dat nieuwe generaties niet het stokje overnemen dat zij zo lang in handen hebben gehad toen er na het Vaticaans Concilie er een mondige vrijwilligerskerk ontstond. Het is tegenwoordig niet makkelijk meer om op bijeenkomsten te vertellen dat je gelovig geïnspireerd bent en actief in de katholieke kerk. Zeker niet na alle onthullingen over seksueel misbruik. Mede door de afnemende relevantie van kerk in de samenleving ontstaat er in menig parochie interne discussie over de inhoudelijke koers van de gemeenschap. Meer traditionele opvattingen komen soms opnieuw aan de oppervlakte. Ook komt voor dat bepaalde kernvrijwilligers krampachtig vasthouden aan een bepaalde werkvisie en stijl van de vrijwilligerskerk. Het valt niet mee om in deze setting leiding te geven aan de organisatie en het vinden van een koers voor de toekomst. Er spelen grote vragen over het omgaan met interne inhoudelijke tegenstellingen en tegelijk het openhouden van het parochiesysteem zodat ingespeeld kan worden op maatschappelijke ontwikkelingen en het treffen van nieuwe leden met eigen achtergronden en waarden.
Er lijken mij NEGEN THEMA'S die aan de orde te zijn en die in gemeenschappen in min of meerdere mate aandacht vragen. Ze zijn te onderscheiden, maar hangen ook sterk met elkaar samen.
Begrijpen. Het overkomt de vrijwilligers. Willen ze antwoord geven dan zijn er drie stappen nodig: analyse van ontwikkelingen, het rationeel snappen (met ons hoofd); loslaten en aanvaarden (een werk van ons hart); accepteren en anders gaan handelen (iets handen en voeten geven).
Vertrouwen / heldere regels. We lossen tegenstellingen niet zo maar op. Het leiderschap van priesters en teams en stuurgroepen is veranderd: iedereen is mondiger geworden. Nodig is een open plek of ruimte waar alle vragen mogen klinken. Makkelijke oplossingen zijn er niet. Gaan we de strijd aan of creëren we een open ruimte waar we mogen onderzoeken hoe dingen werken, wat waardevol is. Dit vraagt om regels en veel momenten van overleg.
Maatschappelijke ontwikkelingen. Met name de individualisering maakt dat er geen automatische binding meer is met eender welke organisatie. Dit stelt nieuwe eisen aan de wijze van organiseren en de wijze waarop mensen zich aan organisaties te binden. De agenda van mensen is voller, want ze kunnen zich makkelijker met verschillende groepen en organisaties verbinden in een groter gebied door de mobiliteit. Dit heeft grote repercussies op hun verbondenheid met kerk en geloof.
Bronnen. De volkskerk komt duidelijk aan haar einde. Het lidmaatschap van een kerkgemeenschap wordt een persoonlijke keuze die gevoed wordt door een persoonlijke spiritualiteit en mystieke beleving. We bevinden ons in een overgangstijd: hopelijk zijn we kerken met persoonlijk-geraakte mensen. Dit vraagt om speciale aandacht voor persoonlijke motivatie en spirituele verdieping. In ieder geval meer dan wat we nu gewend zijn…
Leiderschap. Leiding geven aan organisaties is tegenwoordig complex. Het vraagt om meer dan gewone vaardigheden. Met name het goed communiceren en verbinding maken en het ontwikkelen van een strategische visie en deze delen met de organisatie is cruciaal. De tijd van de spontane “wij-zijn-samen-onderwegkerk” is voorbij.
Nieuwe ideeën over kerk. De buitenwereld en het lidmaatschap van mensen is vloeiend aan het worden. Soms wel – soms niet. Mensen zijn niet tegen kerk of geloof. Het is een ‘iets’, een latente aanwezigheid. Wel vragen ze, kritischer dan voorheen, aan de Kerk waar ze voor staat en wat haar meerwaarde is. Anders telt ze niet mee. Het lijkt op de tijd van Paulus die zijn mens- en maatschappijvisie, geïnspireerd door het leven en sterven van Jezus moest verkondigen op de Areopaag. Het vraagt om een nieuw passend zelfbeeld van ons Kerk-zijn en een gelovig betekenis geven aan een maatschappij die steeds economischer wordt, die gaat voor genot en gewin en die de mensen de illusie geeft dat alles maakbaar is. Een inhoudelijk antwoord hierop aanbieden zou wel eens de kern van kerk-zijn vandaag kunnen zijn.
Pastoraal ondernemerschap. De restanten van het Rijke Roomse leven zien we nog steeds. De beleving van veel parochianen en vrijwilligers is die van een grote levendige gemeenschap en een volle kerk. Daar is heimwee naar. Met zoekt nog steeds naar de oude ervaring met kerk en wat hen ooit in beweging heeft gebracht. Een niet meer bestaand ‘Wij’. Tegelijkertijd is het te vaak ‘Meer van hetzelfde’. Maar de werkelijkheid is dat we op een ‘maatschappelijke markt’ staan en meer en meer mensen ons ‘kerkelijk kraam’ voorbijlopen. Onze parochies hebben weinig tot geen hanteerbare werkmiddelen om de nieuwe situatie aan te kunnen. Van groot belang zal zijn: onze publiciteit organiseren, doelgroepbenadering, netwerken, differentiëren in lidmaatschapsbinding. Maar zijn we hiervoor nog sterk genoeg?
Organisatiecultuur die past. De bestaande organisatie en wijze van overleggen past niet goed bij de huidige situatie. Er zijn inhoudelijke tegenstellingen, er is vermoeidheid, vrijwilligers hebben te veel taken of doen taken al te lang of geloven er niet meer in, maar durven niet te stoppen. De focus is gericht op de bestaande situatie. Verenigingen, vrijwilligersorganisaties en kerken hebben over het algemeen een langzame ontwikkelsnelheid. De eigen vertrouwde ‘familiecultuur’ wringt met de nieuwe cultuur van vernieuwing, gericht op nieuwe groepen bewoners in onze stad.
Het belang van nieuwe generaties. Opmerkelijk is dat er op bepaalde plaatsen nog steeds mensen tussen 30-50 jaar zijn die actief willen zijn, geïnspireerd vanuit hun geloof. Hun manier van verstaan van geloof en vertalen in het dagelijks leven, is de sleutel voor de verandering van werken en denken die waarschijnlijk nodig is in kerken. Hun bezig-zijn met opvoeding in waarden, hun omgaan met stilte, hun ‘er zijn voor anderen’. Vele andere kerkgeneraties hebben veel te leren van deze mensen. Maar over het algemeen geven we deze jongere groep leden niet de kans zodat ze soms snel vermoeid afhaken.
Hopelijk kunnen deze bedenkingen ons allen helpen in het opnieuw formuleren van ons kerkelijk engagement!
Pr. Guido Cooman
Maar de situatie waar onze katholieke parochies voor staan is complex. Er is sprake van een zekere vermoeidheid en men ziet dat nieuwe generaties niet het stokje overnemen dat zij zo lang in handen hebben gehad toen er na het Vaticaans Concilie er een mondige vrijwilligerskerk ontstond. Het is tegenwoordig niet makkelijk meer om op bijeenkomsten te vertellen dat je gelovig geïnspireerd bent en actief in de katholieke kerk. Zeker niet na alle onthullingen over seksueel misbruik. Mede door de afnemende relevantie van kerk in de samenleving ontstaat er in menig parochie interne discussie over de inhoudelijke koers van de gemeenschap. Meer traditionele opvattingen komen soms opnieuw aan de oppervlakte. Ook komt voor dat bepaalde kernvrijwilligers krampachtig vasthouden aan een bepaalde werkvisie en stijl van de vrijwilligerskerk. Het valt niet mee om in deze setting leiding te geven aan de organisatie en het vinden van een koers voor de toekomst. Er spelen grote vragen over het omgaan met interne inhoudelijke tegenstellingen en tegelijk het openhouden van het parochiesysteem zodat ingespeeld kan worden op maatschappelijke ontwikkelingen en het treffen van nieuwe leden met eigen achtergronden en waarden.
Er lijken mij NEGEN THEMA'S die aan de orde te zijn en die in gemeenschappen in min of meerdere mate aandacht vragen. Ze zijn te onderscheiden, maar hangen ook sterk met elkaar samen.
Begrijpen. Het overkomt de vrijwilligers. Willen ze antwoord geven dan zijn er drie stappen nodig: analyse van ontwikkelingen, het rationeel snappen (met ons hoofd); loslaten en aanvaarden (een werk van ons hart); accepteren en anders gaan handelen (iets handen en voeten geven).
Vertrouwen / heldere regels. We lossen tegenstellingen niet zo maar op. Het leiderschap van priesters en teams en stuurgroepen is veranderd: iedereen is mondiger geworden. Nodig is een open plek of ruimte waar alle vragen mogen klinken. Makkelijke oplossingen zijn er niet. Gaan we de strijd aan of creëren we een open ruimte waar we mogen onderzoeken hoe dingen werken, wat waardevol is. Dit vraagt om regels en veel momenten van overleg.
Maatschappelijke ontwikkelingen. Met name de individualisering maakt dat er geen automatische binding meer is met eender welke organisatie. Dit stelt nieuwe eisen aan de wijze van organiseren en de wijze waarop mensen zich aan organisaties te binden. De agenda van mensen is voller, want ze kunnen zich makkelijker met verschillende groepen en organisaties verbinden in een groter gebied door de mobiliteit. Dit heeft grote repercussies op hun verbondenheid met kerk en geloof.
Bronnen. De volkskerk komt duidelijk aan haar einde. Het lidmaatschap van een kerkgemeenschap wordt een persoonlijke keuze die gevoed wordt door een persoonlijke spiritualiteit en mystieke beleving. We bevinden ons in een overgangstijd: hopelijk zijn we kerken met persoonlijk-geraakte mensen. Dit vraagt om speciale aandacht voor persoonlijke motivatie en spirituele verdieping. In ieder geval meer dan wat we nu gewend zijn…
Leiderschap. Leiding geven aan organisaties is tegenwoordig complex. Het vraagt om meer dan gewone vaardigheden. Met name het goed communiceren en verbinding maken en het ontwikkelen van een strategische visie en deze delen met de organisatie is cruciaal. De tijd van de spontane “wij-zijn-samen-onderwegkerk” is voorbij.
Nieuwe ideeën over kerk. De buitenwereld en het lidmaatschap van mensen is vloeiend aan het worden. Soms wel – soms niet. Mensen zijn niet tegen kerk of geloof. Het is een ‘iets’, een latente aanwezigheid. Wel vragen ze, kritischer dan voorheen, aan de Kerk waar ze voor staat en wat haar meerwaarde is. Anders telt ze niet mee. Het lijkt op de tijd van Paulus die zijn mens- en maatschappijvisie, geïnspireerd door het leven en sterven van Jezus moest verkondigen op de Areopaag. Het vraagt om een nieuw passend zelfbeeld van ons Kerk-zijn en een gelovig betekenis geven aan een maatschappij die steeds economischer wordt, die gaat voor genot en gewin en die de mensen de illusie geeft dat alles maakbaar is. Een inhoudelijk antwoord hierop aanbieden zou wel eens de kern van kerk-zijn vandaag kunnen zijn.
Pastoraal ondernemerschap. De restanten van het Rijke Roomse leven zien we nog steeds. De beleving van veel parochianen en vrijwilligers is die van een grote levendige gemeenschap en een volle kerk. Daar is heimwee naar. Met zoekt nog steeds naar de oude ervaring met kerk en wat hen ooit in beweging heeft gebracht. Een niet meer bestaand ‘Wij’. Tegelijkertijd is het te vaak ‘Meer van hetzelfde’. Maar de werkelijkheid is dat we op een ‘maatschappelijke markt’ staan en meer en meer mensen ons ‘kerkelijk kraam’ voorbijlopen. Onze parochies hebben weinig tot geen hanteerbare werkmiddelen om de nieuwe situatie aan te kunnen. Van groot belang zal zijn: onze publiciteit organiseren, doelgroepbenadering, netwerken, differentiëren in lidmaatschapsbinding. Maar zijn we hiervoor nog sterk genoeg?
Organisatiecultuur die past. De bestaande organisatie en wijze van overleggen past niet goed bij de huidige situatie. Er zijn inhoudelijke tegenstellingen, er is vermoeidheid, vrijwilligers hebben te veel taken of doen taken al te lang of geloven er niet meer in, maar durven niet te stoppen. De focus is gericht op de bestaande situatie. Verenigingen, vrijwilligersorganisaties en kerken hebben over het algemeen een langzame ontwikkelsnelheid. De eigen vertrouwde ‘familiecultuur’ wringt met de nieuwe cultuur van vernieuwing, gericht op nieuwe groepen bewoners in onze stad.
Het belang van nieuwe generaties. Opmerkelijk is dat er op bepaalde plaatsen nog steeds mensen tussen 30-50 jaar zijn die actief willen zijn, geïnspireerd vanuit hun geloof. Hun manier van verstaan van geloof en vertalen in het dagelijks leven, is de sleutel voor de verandering van werken en denken die waarschijnlijk nodig is in kerken. Hun bezig-zijn met opvoeding in waarden, hun omgaan met stilte, hun ‘er zijn voor anderen’. Vele andere kerkgeneraties hebben veel te leren van deze mensen. Maar over het algemeen geven we deze jongere groep leden niet de kans zodat ze soms snel vermoeid afhaken.
Hopelijk kunnen deze bedenkingen ons allen helpen in het opnieuw formuleren van ons kerkelijk engagement!
Pr. Guido Cooman